Nieuws uit de parochie
Immobilisme is even ketters als wildgroeima 31 juli '23
Zondag 30 juli 2023, 17de zondag door het jaar (jaar A)
De parabel over de schat in de akker gaat over mensen die na veel zoeken het geloof gevonden hebben. En die diep overtuigd geraakt zijn van de waarheid en de kostbaarheid van dat geloof. Zó kostbaar dat al het andere daaraan ondergeschikt is.
Het geloof als ons kostbaarste bezit, dat zorgvuldig bewaard en beschermd moet worden omdat het ons leven zin, warmte en betekenis geeft.
Dat is de betekenis van de twee parabeltjes over de schat in de akker en de parel van de koopman.
En dan komt die parabel over het sleepnet met daarin goede vissen die uitgezocht worden en slechte die teruggeworpen worden. Het lijkt wel in oppositie met de twee voorgaande vertellingen. Want hier is geen sprake van zorgvuldig bewaren wat is, maar van kiezen. Van bewaren én loslaten.
En om zijn bedoeling helemaal duidelijk te maken sluit Jezus af met te zeggen dat een goede huisvader uit zijn schat nieuw en oud tevoorschijn haalt!!
Beide zijn dus belangrijk: oud en nieuw.
POLARISATIE?
Een van de grootste tragedies in de hedendaagse kerk hier bij ons is dat die zin, die stellingname van Jezus—oud én nieuw zijn nodig—helemaal ondergesneeuwd lijkt.
Niet dat je kan spreken van een echte polarisatie. Vroeger, toen ik jong was, had je dat wel. Aan de ene kant de mensen die het concilie betreurden en die alles wat vroeger was, beter vonden. En aan de andere kant de “progressieven” die o.a. dweepten met de bevrijdingstheologie en die zowat elke verandering als een verbetering zagen.
Tegenwoordig echter zijn de verschillende gezindten getalsmatig totaal niet meer vergelijkbaar zodat je nog moeilijk van een polarisatie kan spreken.
Maar bovendien zijn de tegenstellingen ook inhoudelijk veranderd.
Aan de ene kant heb je nog altijd de sterk behoudsgezinde mensen, tegenwoordig een kleine minderheid, die helemaal terug naar vroeger willen. Zwarte lange rokken incluis. En aan de andere kant heb je die massa mensen, die zich nog christen noemen, maar die er eigenlijk niets meer aan doen.
Ze laten hun kinderen meestal nog dopen, maar ze geven het geloof niet meer door en komen zelden of nooit nog naar een kerkelijke dienst.
Ze beweren steevast dat ze “achter de christelijke waarden staan”. Maar dan als een soort mantra. Als je verder vraagt, kunnen ze je zelden vertellen wat die waarden zijn of aantonen dat ze enige invloed hebben op hun leven.
Als Victor Hugo vandaag zou leven, zou hij waarschijnlijk aan deze mensen denken als hij sprak van: “Les athées de nuance catholique”.
ALTERNATIEF
Maar daarnaast heb je ook nog een derde groep. De mensen die niet ergens tussen die twee andere groepen in staan, maar ertegenover.
En die mensen dat zijn—hopelijk—wij.
Dat zijn de mensen die het goede van vroeger niet alleen willen behouden maar het ook willen herwaarderen omdat het verlies ervan onze geloofsgemeenschap duidelijk geen goed heeft gedaan. Op de eerste plaats denken we dan aan de rituele samenkomsten van gelovigen. Het christendom is een godsdienst, het kan niet zomaar verengd worden tot een moraal. Rituelen, symbolen, samen zingen en samen bidden en Eucharistie vieren, maken er wezenlijk deel van uit, vormen ons juist tot een volk, tot een gemeenschap.
Er zijn serieuze atheïsten, mensen die dus menen dat godsdienst een menselijke uitvinding is, maar die onmiddellijk erkennen dat het ook de meest schitterende uitvinding van de mensen is. Omdat godsdienst, meer dan wat ook, mensen samenbindt en verenigt over alle mogelijke verschillen heen.
En wij, in Europa, maar krampachtig zoeken naar wat ons zou kunnen verbinden, terwijl wij het sterkste middel dat onze mensen verbond, het christelijk geloof, helemaal verwaarloosd hebben.
Laten wij onze rituele samenkomsten dus behouden en nieuw leven inblazen.
CELIBAAT
Wat we wel radicaal achter ons moeten laten omdat het in onze tijd zo desastreus is voor de Kerk zelf, is het verplichte celibaat.
Momenteel is er in het Westen bijna geen enkele jongere meer die “dat er nog bij wil nemen”.
Onze nieuwe aartsbisschop geeft hoop. Hij zegt dat de roeping tot het priesterschap iets anders is dan de roeping om celibatair te leven. En hij voegt eraan toe dat er maar heel weinig mensen geroepen zijn tot het celibataire leven.
Wel, laat ons dan kappen met die verplichte koppeling. Elke godsdienst kent mensen die heel hun leven in gemeenschap doorbrengen met bidden, studeren en mediteren. Laat die mensen voor het celibataire leven kiezen, dat ligt voor de hand. Maar toch niet voor een gewone parochiepriester. Er zijn echt nog wel andere mensen met een sterk besef van roeping in hun beroep en die dat toch combineren met een warm gezin. De Kerk moet toch geen zelfmoord plegen voor een principe waar weinigen nog de zin van inzien.
Laten we kappen met die verplichting. En met een vernieuwd elan ons geloof terug beleven en uitdragen.
De prijs van angstma 31 juli '23
Zondag 23 juli 2023, 16de zondag door het jaar (jaar A)
De lezing uit het Boek “Wijsheid” confronteert ons vandaag met een voor ons ongewone visie op macht. De idee wordt ontwikkeld dat juist de almacht van God de grond is van zijn rechtvaardigheid, zijn mildheid en zijn vergevingsgezindheid. Een op zijn minst interessante gedachte voor mensen zoals wij, die gewoon zijn van altijd een zekere reserve, om niet te zeggen een duidelijke achterdocht te koesteren bij elke vorm van macht.
Maar het Boek Wijsheid zegt: juist omdat er geen andere goden zijn, juist omdat er geen enkele kracht is die Gods macht evenaart, kan Hij mild en rechtvaardig zijn. Juist omdat God zichzelf niet staande moet houden t.a.v. bedreigende, concurrentiële krachten kan Hij zich de luxe permitteren om goed te zijn en mild voor de mensen.
Een interessante gedachte. En niet eens zo vreemd als ze op het eerste gezicht lijkt.
Want wijzelf gedragen ons in vele gevallen precies hetzelfde.
Wanneer wij een eerder negatief beeld hebben over macht dan is dat omdat wij “macht” bijna automatisch associëren met machtsmisbruik.
En wij beseffen dan niet eens dat wijzelf ons regelmatig in een situatie bevinden waarin wij absolute macht hebben over andere wezens en we die macht dan op een voortreffelijke manier gebruiken om goed te doen.
BOBBY
Voor onze hond bijvoorbeeld. Heel spontaan. Wij denken daar zelden over na.
Wij zijn bijna nooit bewust met die gedachte bezig. Maar onze hond is helemaal aan zijn baasje overgeleverd. Een kat is veel onafhankelijker. Die vindt zo nodig zelf wel eten en die gaat ook wel zonder ons op wandel. Liever zelfs dan mét ons.
Maar een hond, die is met huid en haar overgeleverd aan de goodwill van zijn baasje.
En dan zie je dat de overgrote meerderheid van de “baasjes” met heel veel genegenheid zorgdragen voor hun hondje. De beste brokjes zijn net goed genoeg, en het wandelingetje mag wat langer duren als Bobby dat wil, ondanks het vele werk. En bij het minste pijntje wordt de veearts er bijgehaald.
Zou dit verschijnsel er dan niet op wijzen dat als wij (absolute) macht hebben over andere wezens, wij, zoals God, spontaan die macht willen gebruiken om goed te doen? En welke dierenvriend zal ontkennen dat dit goeddoen hem ook een voldaan gevoel geeft en hemzelf gelukkig maakt?
Maar, als dit zo zit, kan je dan ook niet besluiten dat mensen die niet goed zijn voor hun dieren, of ze zelfs mishandelen—want die zijn er ook—afwijken van wat mensen spontaan en normaal doen?
ZIEK
En is het dan ook niet zo—en nu ga ik nog een stap verder—dat als mensen hun macht gebruiken om anderen onrecht en pijn aan te doen, dat je dat dan rustig abnormaal en ziek mag noemen?
Dat wij in normale omstandigheden, als wij ons lichamelijk goed voelen en geestelijk gezond zijn, dat wij dan spontaan geneigd zijn om goed te doen aan anderen. Dat het diepste in ons niet anders wil.
In de geneeskunde beseft men allang dat ons lichaam er altijd naar streeft zichzelf te genezen. Gezondheid is het streefdoel van het lichaam zelf.
En wat medicatie doet is niets anders dan het genezingsproces dat het lichaam zelf nastreeft te vergemakkelijken. Door zoveel mogelijk hinderpalen voor dat genezend streven van het lichaam tegen te werken.
In het geestelijke leven lijkt dat ook zo te zijn.
Als wij volkomen vrij zouden zijn, zoals de grote heiligen, dan zouden wij helemaal gericht staan op het goede. Maar wij zijn niet volkomen vrij.
Wij zijn angstig. Wij kapselen ons in en de anderen worden bedreigend. Het worden concurrenten en vijanden.
Wij zijn onaffe wezens, wij hebben nood aan verlossing. Wij hebben nood aan de hulp en de leiding van Hem-die-liefde-is. Hij kan ons afhelpen van onze angst.
Alle mogelijke soorten angst. Angst overgehouden van nare ervaringen, of zelfs meegekregen van onze voorouders via onze genen bijvoorbeeld. Angst die dan zelf weer oorzaak is van onze bezitterigheid en ons egoïsme.
Terwijl, als wij helemaal vrij zouden zijn van al die ellende, wij helemaal gericht zouden zijn op het goede.
Wij zijn veel beter dan we zelf durven denken.
Echt levenma 31 juli '23
Zondag 16 juli 2023, 15de zondag door het jaar (jaar A)
Wij hebben ons leven niet zelf in de hand. Wij bepalen niet zelf het begin, niet de duur, niet het einde ervan. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche ziet het zo: de krachten die ons eens zullen vormen, zijn al eeuwen onderweg.
En gedurende al die tijd ondergaan ze de invloed van andere krachten.
Ze schakelen die uit of verbinden er zich mee, waardoor ze zelf gewijzigd worden. En dit gaat zo eindeloos door totdat ze op een keer samenkomen en wij ontstaan. Als volkomen unieke wezens.
Nooit in al de voorbije miljoenen jaren is er iemand geweest zoals ik, en nooit zal er iemand zijn volledig aan mij gelijk. Ik ben, ieder van u, is volslagen uniek.
Die gedachte kan ons aanvankelijk met een zekere trots vervullen. Maar ze maakt ook triest en eenzaam.
Zeker nu in onze dagen, zoals ebbe na vloed, de zee van het geloof zich teruggetrokken heeft, en op het strand alleen maar eilandjes en schelpjes achterblijven. Dit is een tijd van individualisme, de tijd van de selfmade-man.
Ik moet het allemaal zelf doen, niemand doet het in mijn plaats. Wij gaan moedig en zelfbewust aan de slag. Maar er hangt een onmiskenbare droefheid over ons individualisme. Wij zijn immers het resultaat van toevallige en blinde krachten die ons gevormd hebben. Er is geen God die ons gewild heeft en van ons houdt. Wij doen wel erg “zelfstanderig”, maar we kunnen niet anders meer, we ZIJN gewoon alleen. Of we dat nu willen of niet. Omdat God weg is.
En blijkbaar heeft dat toch niet de verhoopte blijheid en vreugde over onze wereld gebracht.
En dus hebben wij, volmaakt voorspelbaar, de cultuur van het genieten uitgevonden. Of beter de plicht om te genieten. En genieten doe je van de zon, van rijkelijk eten en drinken, van seks en van op reis gaan. De nieuwe catechismus heeft dat zo bepaald.
Bijzonder zeldzaam zijn de moedigen die nog durven zeggen dat ze eigenlijk liever thuis en in hun tuin blijven dan naar Mallorca te gaan.
En dat komt omdat die voorgeschreven soorten genietingen naadloos verbonden worden met gelukkig-zijn, met een geslaagd en gelukkig leven leiden. Genieten = gelukkig zijn.
En wie wil dat niet?
Vandaar ook dat opa op de foto’s bij zijn begrafenis bijna altijd getoond wordt met een glas champagne in de hand, een foto genomen op het trouwfeest van zijn dochter. Een unieke foto.
Want de man dronk in werkelijkheid oneindig veel liever gezellig koffie met z’n kinderen. Maar men wil niet meer tonen dat opa veel betekend heeft voor andere mensen. Alleen maar dat hij genoten heeft van het leven. En dat is toch wel echt een cultuuromslag.
Wij dreigen op die manier te miskennen dat een echt mensenleven ook nood en pijn en periodes van ongelukkig zijn inhoudt. Als je dat voortdurend wil wegduwen met allerlei genietingen, kom je terecht in een soort van drugswereld.
Het af en toe al eens wat minder goed hebben, een beetje ongelukkig zijn, of zelfs heel triest zijn, is niet per se een ramp. Het hoort fundamenteel bij onze menselijke conditie. Maar ook hier is het oppassen!
Het adembenemende bonte palet dat het christendom uitmaakt heeft ook neigingen, opvattingen en modes gekend waarin lijden, boete en verstervingen bijna verheerlijkt werden.
Wij zijn daar gelukkig vanaf. Wij geloven dat je de Schepper van het leven het best eert door dankbaar te zijn en ervan te genieten.
Maar we moeten nu oppassen dat wij het leven niet helemaal bedelven onder een sfeertje van opgeklopt genieten.
Het leven is een te kostbaar geschenk om het zo te bagatelliseren.
Gelukkig zijn en veiligma 31 juli '23
Zondag 9 juli 2023, 14de zondag door het jaar (jaar A)
Er zijn net zoveel verschillende wensen als er verschillende mensen zijn.
Ieder van ons heeft zo zijn eigen verlangens, verwachtingen en doelstellingen.
Maar met een beetje goede wil kunnen wij al die diverse wensen en verlangens zien als gericht op 2 grote doelen. Ieder van ons streeft naar een veilig en gelukkig bestaan. Maar onze wereld steekt niet zo in elkaar, dat gelukkig-zijn en veiligheid ons als een geboortegeschenk worden meegegeven. Mogelijkheden tot plezier en vreugde en extase zelf, zijn in de schepping met gulle hand rondgestrooid. Maar geluk en veiligheid zijn niet vanzelfsprekend voorhanden, niet automatisch voorgegeven. Ook als ons politiek systeem voorbeeldig is en onze politie voortreffelijk opgeleid en uitgerust, dan nog blijven er kansen genoeg voor het kwaad, bijvoorbeeld dat van de natuurrampen. En ook voor het kwaad dat wij elkaar aandoen: de kleine crimineel die mij in mijn eigen huis overhoopschiet, en de grote criminelen, politici en wapenhandelaars, die oorlogen ontketenen. M.a.w. absoluut veilig zijn we nooit.
En zo komen we bij: geluk. En hier wordt het natuurlijk helemaal moeilijk.
Want absolute veiligheid kunnen wij dan wel nooit bereiken, maar we kunnen er wel degelijk aan werken, onze bescherming altijd beter en verfijnder organiseren.
Wetenschappelijk onderzoek, financiële inspanningen en—wat oorlogen betreft—organisaties als de NATO kunnen ons voor veel onheil behoeden.
Maar, in ons streven naar geluk staan we zo goed als nergens wat betreft het organiseren ervan, omdat er geen enkele eensgezindheid bestaat over hoe je gelukkig-zijn kan bereiken. Zowat elke mens heeft daar een ander gedacht over. En zowat elke politieke, sociale, economische of religieuze doctrine heeft daar een eigen visie op. En zo ook de psychologisch sterk onderbouwde rubrieken in de “boekskes”.
Ieder heeft zo zijn eigen recept.
Ik moet daar vooral aan denken als er weer zo’n groots opgezet “geluks-onderzoek” geweest is. Waar wonen de gelukkigste mensen? Ondanks de wetenschappelijke air van zo’n onderzoeken, geloof ik er niets van.
Want als je dan gaat kijken naar de criteria, dan merk je al vlug dat gelukkig-zijn afgemeten wordt aan wat onze eigen neoliberale, welvarende en individualistische maatschappij als ideaal heeft. Een goed loon, goeie scholen in de omgeving, hoogwaardige geneeskunde binnen handbereik enz.
Maar volgens mij is dat “comfort” dat gelinkt is aan de welvaartstaat. Maar geluk is nog iets anders.
Je bent dan ook helemaal niet verwonderd dat de mensen in Finland volgens zo’n onderzoek de meest gelukkige mensen op onze wereldbol zijn. Ze zijn rijk en ik gun het hun graag.
Maar andere onderzoeken wijzen uit dat uitgerekend de Finnen de meest gesloten mensen ter wereld zijn. En dat lijkt me toch niet direct te matchen met gelukkig zijn.
En als we nu eens even de “boekskes”, Libelle, Dag Allemaal, Goed Gevoel, en ook de meer wetenschappelijke zoals Neos bijvoorbeeld, even laten voor wat ze zijn.
En ons terug eens focussen op wat Jezus ons te zeggen heeft. Want ook bij Jezus gaat het natuurlijk ook en zelfs meer dan bij gelijk wie anders, over zinvol leven, over het komen tot levensvervulling en geluk. Zelfs over een leven dat zodanig ontwikkeld en bevrijd is dat het eeuwigheidswaarde heeft. Het hele evangelie gaat over niets anders. Maar laten we ons vandaag gewoon beperken tot wat Jezus ons hier in de lezing vertelt. Neem maar die ene zin: “Leer van mij, ik ben zachtmoedig en nederig van hart”. En Hij voegt eraan toe: “En gij zult rust vinden voor uw zielen”. Welnu dat laatste, rust vinden voor onze ziel, is volgens mij gewoon een ander woord voor gelukkig zijn.
Bijna alle ellende in ons leven komt in onze welvaartmaatschappij voort uit onze relaties met andere mensen. Wij hebben geen honger, wij kampen niet of zelden met natuurrampen en ook de oorlogen woeden ver van ons bed.
De bron van al onze ellende draait bijna altijd rond competitie, jaloezie, onrecht, woede, je tekortgedaan of afgeschreven voelen enz.
Je kan je in die strijd gooien en dan ben je de rest van je jaren bezig met het vergallen van het leven van jezelf en van de anderen.
Of je kan, wat Jezus zegt, “nederig van hart” worden en de focus buiten jezelf leggen.
Jezus preekt geen laffe onderdanigheid of kruiperigheid. Jezus noemt de machthebbers openlijk adderengebroed en witgekalkte graven. Maar Hij verliest zich niet in eindeloze gevechten met hen. Hij laat ze gewoon links liggen en focust zich helemaal op het goeddoen, op zich inzetten om mensen recht te trekken. Staar je niet ongelukkig op het venijn of het slecht karakter van anderen.
Negeer het en vraag Jezus je daarbij te helpen. En doe zelf wat goed is.
En je zal rust vinden voor je zielen. Je zal m.a.w. gelukkig zijn. Belofte van Jezus!
Een man uit één stukma 31 juli '23
Zondag 2 juli 2023, 13de zondag door het jaar (jaar A)
Het is wel even schrikken als je dit stukje evangelie voor de kiezen krijgt: “Wie zijn vader of moeder meer bemint dan mij, is mij niet waardig” en “Wie zijn kruis niet opneemt en mij volgt, is mij niet waardig”.
Het zijn uitspraken die totaal niet overeenkomen met het beeld dat wij hebben over Jezus: de herder die het verloren schaapje liefdevol op zijn schouders neemt.
En die het doodsbange restje vrouw in bescherming neemt tegen de schuimbekkende zedeprekers die haar willen stenigen.
Was Jezus dan niet consistent? Was Hij dan geen man uit één stuk?
Ik moet nu ineens denken aan het merkwaardig pastoraal ideaal dat de priesters vroeger werd voorgehouden: “Streng op de preekstoel, maar mild in de biechtstoel”. Of, nog anders: staalhard en onvermurwbaar tegen de zonde maar vol begrip voor de zondaar.
Dat is heel mooi. Maar je doet Jezus wel zwaar onrecht als je Hem daardoor ziet als “een beetje wishy-washy”. Iemand van “een beetje van dit en een beetje van dat”.
Of vandaag zo en morgen weer anders.
Jezus was wel degelijk een man uit één stuk. Hij was opvallend radicaal én mild.
CONSISTENT
En toch was Hij consistent, een man uit één stuk.
Vorige week hoorde ik dat men, met volle inzet van Artificiële Intelligentie, een computer ontworpen heeft die het mogelijk maakt dat je alle mogelijke vragen en situaties aan Jezus kan voorleggen. “Wat vindt Jezus daarvan of is Hij daarmee akkoord, vindt Hij dat fijn of keurt Hij dat af? . . .” Dat hele computergedoe getuigt natuurlijk niet van groot respect voor Jezus en voor het geloof. Maar het is in ieder geval wel zo dat je zo’n computer alleen maar kan voeden als je een zeer duidelijk beeld hebt van een man, die uiterst consistent is. Waardoor zijn reactie op alle denkbeeldige vragen of toestanden volmaakt voorspelbaar is.
En die indruk, dat Jezus een duidelijke lijn volgt, krijg je niet als je het Evangelie alleen maar oppervlakkig leest. Want daar lees je hoe Jezus met zachte stem bezetenen bedaart en hen lief als lammeren maakt. Maar hoe Hij wat verder in woede ontsteekt en de geldwisselaars de tempel uit jaagt.
Je moet via studie en gebed al echt vertrouwd zijn met het evangelie en met de persoon van Jezus om te beseffen dat Hij een man was uit één stuk en dat zijn woorden en manieren van optreden, die soms wel tegenstrijdig lijken, wel degelijk voortkomen vanuit een diepere eenheid.
SEKTEN
Maar om dat te begrijpen, kan je wel wat hulp en inleiding gebruiken.
Aan de werken van Shakespeare begin je ook niet als je nog nooit iets over die persoon gehoord hebt en als je niets afweet over de cultuur, de maatschappij en de manier van vertellen in zijn tijd.
Vandaar dat de Kerk lange tijd de gewone mensen, die geen priester of niet geleerd waren, sterk afraadde of zelfs verbood om de Bijbel te lezen.
Niet, zoals tegenstanders beweerden, omdat daar dingen instonden die de mensen niet mochten weten, maar omdat dit teveel kans op verkeerd interpreteren meebracht.
En de Kerk heeft altijd bijzonder pijnlijke ervaringen gehad met allerlei sekten, die zich baseerden op domme interpretaties. Met gruwelijke gevolgen voor de mensen. Wij hebben de gewoonte aangenomen om diep afkeurend te spreken over het repressief optreden van de Kerk tegenover sekten in het verleden, maar vaak beseffen wij niet hoe misdadig die vaak waren.
Op dit moment ontdekt men weer volop massagraven van honderden, misschien wel duizenden mensen in Kenia, die “vrijwillig” de hongerdood stierven. “In Jezus’ name”. “Om vlugger bij Hem te zijn!” En daarom is de Kerk altijd heel alert geweest als het om sekten ging.
Tot daar deze korte uitweiding.
Jezus was een man uit één stuk. En die eenheid heeft alles te maken met het centrale begrip “liefde”. Voor Jezus is alles goed wat uit liefde gedaan wordt. En is alles verkeerd wat tegen de liefde ingaat.
KLAARHEID
Jezus is helemaal niet wishy-washy, Hij is integendeel helder als kristal. Liefde is de enige maatstaf. Het is juist die klaarheid die zo botst met de hedendaagse neiging om grenzen te laten vervagen, om de zaken altijd meer “flou” en onduidelijk te maken.
Om van iets goeds iets bedenkelijks te maken en om iets slecht te vergoelijken.
Dat kan niet voor het christelijk geloof. En omdat ons geloof wat dat betreft, zo compromisloos is, lijkt het soms tegenstrijdig in een tijd die ertoe neigt van alles een potje van te maken. Wat je in een bordeel gaat doen, wordt dan wel “faire l’amour” genoemd, maar er is niets dat minder met amour te maken heeft dan dat.
En zo heb je bijvoorbeeld ook het scherpe onderscheid dat het christendom blijft maken tussen martelaarschap en zelfmoord. Het ene is kiezen voor het leven, het andere kiezen voor de dood. Het ene, liefde voor het leven, het andere, afkeer van het leven.
Iemand die bij een ramp of in oorlogstijd zijn leven in de weegschaal werpt om de levens van anderen te redden, is heldhaftig. Een bedrijfsleider, die door eigen geknoei zijn bedrijf failliet ziet gaan en dan zelfmoord pleegt, is niet heroïsch, maar theatraal en laf.
Het klinkt hard, maar het is die klaarheid en consistentie die Jezus zo tekende en die wij in ere moeten blijven houden. Liefde is het criterium waaraan alles moet worden afgemeten. Jezus is geen Hitler of Poetin, die eisen dat je hen eerder gehoorzaamt dan je ouders. Jezus is het beeld van God en God = Liefde. Als je vader of je broer iets van je verlangt dat helemaal tegen de liefde ingaat, moet je kiezen voor de liefde.
Religie = verbindenma 31 juli '23
Zondag 25 juni 2023, 12de zondag door het jaar (jaar A)
Nog altijd krijg je als gelovige regelmatig de vraag op je bord: maar, als alle mensen die ooit gestorven zijn gewoon verder leven, dan moet het nu “hierboven” toch zo langzamerhand helemaal vol zitten? Het is een typisch voorbeeld van het dooreenhaspelen van wetenschap en theologie, en van het ene willen verklaren of ontkennen door het andere.
Tijd en ruimte zijn termen, begrippen, die nuttig zijn voor wetenschappelijk onderzoek. In de wereld van God hoeven die helemaal niet te spelen. Het kan best zijn dat alle mensen die ooit gestorven zijn kunnen plaatsnemen op het topje van mijn pink.
Ondanks de wat spottende toon van de vraag, moet je daar echter niet met een kwinkslag op antwoorden.
Want achter de schampere toon schuilt bijna altijd een reële bekommernis. Kan dat wel? Maken we ons niet iets wijs?
En zo’n vragen mag je natuurlijk nooit wegwimpelen. Want het zijn zowat de belangrijkste vragen over ons bestaan. Of er al dan niet leven is na de dood, maakt wel degelijk een verschil.
HALLUCINANT
Een andere veel gehoorde opwerping gaat dan niet over de vermeende beperking van de ruimte maar juist over de hallucinante uitgestrektheid van het heelal.
Wij weten dat onze aarde deel uitmaakt van een zonnestelsel. En dat er ontelbare zonnestelsels zijn in de Melkweg. En dat er miljarden dergelijke sterrenstelsels zijn in het oneindige heelal. En volgens sommige geleerden zijn er zelfs meerdere heelallen . . .
Kan het dan dat God, waarvan we aannemen dat Hij dat alles geschapen heeft en in stand houdt, dat die God in mij geïnteresseerd is, zich met mij bezighoudt, van mij houdt? Ik die in die kosmos nog minder ben dan het miljoenste deel van een zandkorrel aan het strand?
En hier zitten wij bij de echte bekommernis achter die vragen: kan dat nu echt dat die Oneindige God—als Hij er al is—in zijn adembenemende grootsheid en majesteit, met mij wil bezig zijn, mij wil koesteren en liefhebben?
En voor het antwoord hierop kan ik uiteraard niet terecht bij de wetenschap, maar alleen bij het geloof.
En dat geloof verzekert mij: zelfs de haren op mijn hoofd zijn geteld.
Dat zijn de woorden van Jezus zelf. Nog duidelijker kan het niet.
Zelfs de haren op je hoofd zijn geteld.
M.a.w. ik ben zodanig voorwerp van Gods liefdevolle aandacht als was ik het enige wezen in de kosmos, de enige mens in heel de geschiedenis.
En hier zie je nog eens heel duidelijk welk een onzin het is om gewone, beschrijvende, logische, wetenschappelijke taal en geloofstaal door elkaar te gooien. Wetenschap gaat over opvattingen die proefondervindelijk getest kunnen worden.
En daarmee is alles gezegd. De liefde die God voor ons heeft, kan niet “proefondervindelijk getest worden”, en de gewone taal is ontoereikend om iets over Hem te zeggen.
LEVENSVERVULLING
Hier kunnen alleen het geloof zelf en de geloofstaal ons te hulp komen.
En die hulp is meer dan nodig. Niet alleen om verklaringen te geven, maar ook om oplossingen aan te reiken voor nieuwe problemen.
Immers, het huidige superindividualisme, het ‘als ik het maar goed heb’, maakt mensen ziek. Mensen zijn steeds minder verbonden, steeds meer alleen. Ze lopen steeds meer gevaar om depressief en zelfs wanhopig te worden.
In Lubbeek is men volop bezig met het kloostercomplex af te breken en in de plaats daarvan komen ruime gebouwen voor psychiatrische behandeling. Sterke symboliek is dat.
Waar de religie zich terugtrekt, verdwijnt ook de sterke verbindingskracht ervan. En daar hebben mensen enorm veel nood aan. Gebrek eraan maakt ziek. Vooral in de kinderjaren hebben wij nood aan een warme hechting. Op de eerste plaats haal je die natuurlijk uit een warm gezin.
Maar steeds meer onderzoeken wijzen uit dat religie een zeer belangrijke rol daarin speelt. En dat jongeren die de liefde van God ontdekken, precies daarin een sterke basis vinden voor zingeving en zelfaanvaarding.
Misschien een goede tip voor leerkrachten godsdienst: spreek met de kinderen vandaag wat minder over “de christelijke waarden”, een concept dat leeg en inhoudsloos geworden is en bijna altijd de totale afwezigheid van echt geloof moet verbergen. En spreek met hen terug meer over de liefde van God en over wat Jezus in je persoonlijk leven kan betekenen.
Het gaat om verbinding, warmte, zin en levensvervulling. En daar kan ons geloof een zeer belangrijke rol in spelen. Niet als een opdringerige ideologie, maar als een aanbod dat mensen wil helpen en veel voor hen kan betekenen.
Als een bruid in de morgenma 31 juli '23
Zondag 18 juni 2023, 11de zondag door het jaar (jaar A)
Er zijn nogal wat mensen die het kerkbezoek aantrekkelijker willen maken en die daarvoor, vaak met de beste bedoelingen, middelen willen gebruiken die populair zijn in de wereld, maar die niets met geloof te maken hebben.
Om daar de draak mee te steken, heb ik ooit eens in een preek gezegd: “We kunnen misschien eens een paaldanseres vragen”. Iemand heeft me dat toen heel kwalijk genomen omdat hij dacht dat het niet om een boutade, maar om een voorstel van mij ging. We hebben dat ondertussen wel uitgepraat.
Maar het probleem blijft: wij moeten de mensen niet naar de kerk lokken met zaken die niets met geloof te maken hebben. Wij moeten mensen uitdagen om de sprong van het geloof te wagen en dan zelf de schoonheid, de waarheid en de warmte en de geborgenheid die het geloof geeft te ervaren.
Het geloof zelf biedt een schoonheid en een diepte die je nergens anders vindt en die dus ook niet moeten opgesmukt worden met zaken die vreemd zijn aan dat geloof.
GELOVEN VERANDERT JE LEVEN
Geloven zelf is meer dan de moeite waard. Als je het vindt, merk je dat het je hele wezen doorstraalt, dat het een andere mens van je maakt. En vooral, dat het veel meer zin aan je leven geeft. Wat je verder ook allemaal overkomt. Want geloven is geen talisman, die je behoedt voor alle nare dingen die het leven mogelijks voor je in petto heeft en het is ook geen doekje voor het bloeden.
Maar als je van ongeloof naar geloof gaat, verandert dat je leven totaal.
Omdat geloven iets heel anders is, en veel ingrijpender dan een voorkeur laten blijken voor een of andere politieke partij of een boontje hebben voor een bepaalde voetbalploeg of een favoriet cafeetje. Geloven geeft kleur aan heel je leven, aan alle aspecten ervan. Aan je relaties, je werk, je inzet, je omgaan met liefde en tegenkanting, met verdriet en met gelukkig zijn. Gewoon met alles, met heel je manier van in het leven staan.
En het maakt je blij. Als (christelijk) geloven jezelf en de anderen niet blij maakt, dan scheelt er iets aan je geloof. Dan heb je wellicht een afwijkend en wat problematisch godsbeeld. Omdat echt geloof in een God die Liefde is je alleen maar diepe voldoening en vrede kan geven.
Omdat je dan, en dat is misschien een goede definitie van wat christelijk geloven juist is, omdat je dan met heel je wezen weet dat het waar is wat Christus ons leert; met heel je wezen aanneemt dat God bestaat, dat Hij oneindig veel van ons houdt, ook al begrijpen we niet altijd alles wat ons overkomt; dat wij een persoonlijke relatie met Hem kunnen opbouwen. En dat het doel van ons leven is, steeds meer te groeien in liefde om uiteindelijk in God zelf te worden opgenomen.
Niet als een druppel die in een oceaan wordt opgenomen en verdwijnt, maar als bewuste persoon die eeuwig verder leeft. Hoe, dat weet geen mens. Maar als christen geloof je dat.
EXISTENTIEEL
En dat geloven is iets existentieels. Je gelooft daarin niet met je verstand alleen, of met je gevoel alleen, of omdat je een zekere mystieke aanleg hebt of omdat je instinctief weet dat het universum en al het bestaande één is. Neen, je gelooft vanuit al deze bronnen van kennis samen.
Je gelooft vanuit je verstand, je hart, je gevoel, en zelfs vanuit je instinct.
Kortom vanuit je hele persoon. Al je vermogens moeten ingeschakeld zijn. Religieus geloof heeft een sterke zin voor het mysterie, het ongrijpbare. Maar als je geloof op puur gevoel berust en tegen je verstand ingaat, laat het dan vallen als iets dat onvolwassen is en zelfs gevaarlijk.
Maar als je geloof puur rationeel is, dan krijg je heel vlug moralisme i.p.v. geloof.
En fanatisme. Dan krijg je het geloof van een mens die als het ware geamputeerd is.
Chesterton geeft hier op zijn eigen onnavolgbare wijze een voorbeeld van. Je weet, zegt hij, dat er mensen zijn die er oprecht van overtuigd zijn dat ze Christus zijn of Napoleon.
Wij zijn nogal rap om van zo’n mens te zeggen dat hij zijn verstand kwijt is.
Neen, zegt Chesterton, zo iemand is ongeveer alles kwijt, behalve juist zijn verstand. Hij wordt niet gehinderd door gevoelens van medelijden of humor of door ervaring, door gevoel voor relativering, kortom door alles wat “gezond verstand” heet. Er is alleen nog verstand en redeneren. Alles is heel logisch en hij kan ook “bewijzen” dat hij Napoleon is.
Om maar te zeggen: wij zijn meer dan ons verstand alleen en geloven doe je met heel je wezen.
HELEN EN HEEL-ZIJN
Zoals je als mens ook veel meer bent dan het materiële, het spirituele, het rationele of het emotionele alleen. Wij zijn een geheel van dat alles.
En zo moet ons geloof ons hele wezen doortrekken, het moet ons hele wezen ontbolsteren en tot voltooiing brengen. En het wil ook anderen gelukkig maken.
Laten wij daarom terug iets doen aan dat geloof. Het versterken in onszelf en het ook terug doorgeven. Geloof me, ook buiten onze kerkmuren beginnen de mensen dat eindeloos getoet over “genieten” en “goed zorgen voor jezelf” grondig moe te worden.
Misschien is de tijd al rijp.
Je kan de christelijke boodschap tegenwerken, ridiculiseren, doodzwijgen of zelfs vervolgen. Maar uitwissen kan je ze niet. Ze is in zo goed als heel de wereld in de genen van de mensen gekropen.
Vroeg of laat staat ze daar terug. Authentiek en los van de ballast van eeuwen.
Jong, aantrekkelijk en fris. Als een bruid in de morgen.
De kaalslag tegengaanma 31 juli '23
Zondag 11 juni 2023, 10de zondag door het jaar (jaar A)
Een tijd geleden begon de zoon van een vriend van mij aan zijn studies in Leuven.
Het duurde niet lang of hij had al enkele goeie kameraden onder zijn collega-studenten. En op een dag vroeg een van die mannen hem verbijsterd: maar hoe is dat nu mogelijk? Je kiest voor de wetenschap en nu merk ik dat je ook godsdienstig bent en zelfs regelmatig naar de mis gaat.
Wat mij, als christen, daarbij verbijstert, is dat een jongeman, een student die toch ook niet onnozel is, in 2023 nog zo’n debiele vragen stelt, nog met zo’n ideeën rondloopt.
Want de gedachte dat geloof en rede, godsdienst en wetenschap niet samengaan is een restant van de Verlichting. Die Verlichting heeft ons veel goeds gebracht. Maar, zoals dat altijd het geval is bij aardverschuivingen in de geschiedenis, zorgde ze daarnaast ook voor een paar overdrijvingen en misvattingen.
De gedachte dat geloof en wetenschap niet samengaan, dat de wetenschap het geloof opheft en vervangt, is zo’n miskleun.
PASSÉ
Ik ben er zeker van dat geen enkele serieuze wetenschapper daar nu, bijna 3 eeuwen later, nog achter staat.
Er zijn ongetwijfeld veel wetenschappers die niet geloven. Zoals er veel gelovigen zijn die zich totaal niet interesseren voor wetenschap. En zoals er voetballiefhebbers zijn die zich noch aan geloof, noch aan wetenschap interesseren, maar die ervan overtuigd zijn dat voetbal het allerbelangrijkste is in het leven en in de kosmos.
Maar ik denk niet dat echte wetenschappers, degenen die zelf niet geloven, vandaag nog vinden dat geloof en wetenschap onverenigbaar zijn. Dat, m.a.w., gelovigen een beetje imbeciel zijn.
De mannen van de Verlichting vonden dat wel. En hun ideeën bleven lange tijd alleen circuleren onder de elites. Pas bij de democratisering van het onderwijs, daalden ze af naar “lagere regionen”. En het lijkt erop dat ze zich daar nu genesteld hebben en er door mindere goden verspreid worden. Door de leraar fysica bijvoorbeeld, of de mevrouw van godsdienst die kritisch wil overkomen. Maar het zijn verkalkte opvattingen, die men in de wetenschappelijke hemel al lang verlaten heeft.
HANDIG
Maar hoe komt het dan, kan je je afvragen, dat die voorbijgestreefde opvatting er bij vele “gewone” mensen nog altijd ingaat. En dat in het verleden zoveel van onze mensen in West-Europa zijn afgehaakt, met dát als “argument”.
Ik denk -eerlijk gezegd- omdat het ons goed uitkomt. Het is een heel eenvoudige verklaring, maar het is er een die ik -voor een keer- haal uit de wetenschap zelf. Namelijk: als je een probleem moet oplossen of een verklaring moet vinden (in de astronomie bijvoorbeeld), dan is de eenvoudigste verklaring bijna altijd de juiste.
En, inderdaad, vandaag komt het ons vaak goed uit dat het geloof geen grote rol meer speelt in het maatschappelijke en in ons persoonlijk leven.
Vroeger kon de pastoor op de preekstoel manhaftig van leer trekken tegen “het losbandig leven”. De overgrote meerderheid van de mensen die in de kerk zaten te luisteren, konden daar volmondig mee instemmen. Ze hadden gewoon de kans niet om losbandig te leven, ze hadden daar de middelen niet voor. Tegenwoordig, bij de huidige welvaart, hebben we die wel. En dat verandert natuurlijk alles. Ook wat onze opvattingen betreft. Wij worden als vanzelf veel “breder”, veel toleranter, veel meer open-minded.
Op zich is er niets op tegen dat onze opvattingen evolueren. Maar je kan natuurlijk ook zover gaan dat je er de hele godsdienst voor op de kast zet. Wat inderdaad ook vaak gebeurt. Maar dan moet je eerlijk zijn met jezelf. Ook wij zijn kinderen van onze tijd, maar als je je geloof vaarwel zegt, gebruik je best geen verkalkte argumenten van 300 jaar geleden.
ANDERE TAAL
Ons geloof en de menselijke rede staan niet tegenover elkaar. Allebei zoeken ze, ieder op z’n eigen manier, naar de waarheid. Soms zijn er (uiteraard!) wrijvingen geweest, maar in de regel maakt het katholicisme altijd dankbaar gebruik van wetenschappelijke bevindingen. En daar waar de ratio niet kan binnendringen, voor een muur staat, gaat het geloof verder. En dáár kan ze natuurlijk geen wetenschappelijke taal meer bezigen en gebruikt ze een andere taal. Geloof gebruikt dan verhalen, poëzie, riten en symbolen om te laten oplichten wat in gewone taal niet te vatten is.
En precies dat eigene van het geloof zijn wij aan het verkwanselen door alles rationeel te willen uitleggen en door van ons geloof een moralistisch en politiek gebakje te maken. Zodat wat de pastoor ’s morgens in de kerk preekt bijna helemaal hetzelfde is als wat minister Vandenbroucke ’s avonds op tv komt vertellen. Waardoor de reden om naar de kerk te gaan helemaal wegvalt.
KRUISJE
Laten wij daar iets aan doen. Je kent mij lang genoeg om te weten dat ik de laatste zal zijn om allerlei zinloos geworden dingen weer in te voeren. Maar wij moeten in ons geloof wel terug openkomen voor spiritualiteit en mysterie. Voor God.
De enige goeie reden om naar de kerk te komen is: contact zoeken met God, met het heilige, met de diepte van het leven. Alle andere redenen zijn niet de juiste.
En daarom zou ik vandaag een voorstel willen doen. Iets heel eenvoudigs, maar toch heel belangrijk, vind ik.
Sinds corona hebben wij radicaal gekapt met een 1000-jaar oud gebruik, namelijk met het maken van een kruis als we de kerk binnenkomen.
En nochtans is dat een heel belangrijk gebaar omdat het je meteen in de juiste stemming brengt. Omdat dat simpele gebaar in staat is je te laten beseffen dat je niet een café, of een bank of een winkel binnenkomt, maar een gewijde ruimte, een huis van gebed.
Laten we dat terug doen. Een kruis maken als we binnen komen, met of zonder wijwater. Godsdienst is nog oneindig veel meer dan alleen maar een moraal.
De Geest die in ons ademhaaltma 31 juli '23
Zondag 4 juni 2023, Heilige Drie-eenheid (jaar A)
Een ketterij, zei Chesterton, dat is een waarheid die op hol geslagen is.
Het pelagianisme is een schoolvoorbeeld van zo’n waarheid, zo’n juist inzicht dat, te strak doorgetrokken, helemaal van de weg afrolt en in onwaarheid en begoocheling terecht komt.
Pelagius was van oordeel dat de mens op eigen natuurlijke kracht zijn bestemming, zijn heil, zijn verlossing kon bereiken.
In het grote dispuut dat daarop volgde, moest hij, zo’n goede 1600 jaar geleden, het afleggen tegen Augustinus die in dit proces de werking van Gods geest in de mens, de voornaamste rol toekende.
Maar op dit ogenblik, in onze tijd, is Pelagius weer helemaal in en “hot”, zonder dat zijn naam nog uitdrukkelijk vernoemd wordt.
Want de hedendaagse mens is als nooit tevoren ervan overtuigd dat uiteindelijk hijzelf en niemand anders de bewerker is van zijn eigen heil.
Hij kan daarbij wel hulp zoeken en die ook vinden in studie en opleidingen, en in goede raad van vrienden, maar uiteindelijk is hijzelf de bewerker van zijn eigen heil. Denkt hij.
HEILIGE GEEST
Maar dat is gewoon niet waar. Je eigen inzichten en de raad die je vindt in boeken en bij vrienden kunnen je wel helpen bij het uitbouwen van een carrière, het sleutelen aan je sociale status of aan je inkomen.
En het kan je zelfs helpen aan een zeker welbehagen, fysiek en emotioneel.
En dat is erg belangrijk natuurlijk.
Maar als het gaat om het ontbolsteren en openbloeien van je bestaan en het vinden van bevrijding en levensvervulling dan is heel die idee van zelfrealisatie, de gedachte dat ik het allemaal zelf in handen heb, alles zelf kan realiseren, de meest dwaze idee van deze tijd.
Omdat je dan in geen enkele mate rekening houdt met de diepste kracht die in ons leeft en die toch niet helemaal van onszelf is: de Geest van God.
De Geest die, naar het woord van de Schrift, “in ons leeft en ademhaalt, die ons bewoont”. De Geest die ons voortdurend lokken wil om te worden wie we zouden kunnen zijn, wie we zouden moeten zijn om onze bestemming te bereiken. En om, in plaats van ons leven te verdoen met “bijkomstige zaken”, uit te groeien tot een echte mens, bekwaam om lief te hebben en om precies daarin gelukkig te worden.
GELUKKIG ZIJN
Als God bestaat en als Hij liefde is, wat christenen geloven, dan kan alleen maar het uitgroeien tot liefdevolle mensen onze bestemming zijn en volheid en heelheid en vervulling aan ons leven geven.
Maar je kan dat ook minder theoretisch bekijken.
Kijken we gewoon naar ons eigen leven, onze eigen ervaring.
Wanneer zijn wij echt gelukkig? En dan heb ik het over echt gelukkig zijn, niet over: wanneer vinden we iets plezant of aangenaam of leuk (veel geld hebben bijvoorbeeld, wat inderdaad heel leuk is). Maar dan heb ik het over: wanneer zijn we echt gelukkig, zijn we blij en content met ons leven?
Toch alleen maar als we beminnen, en ons bemind weten. Door onze ouders, onze partner, onze kinderen, door de mensen om ons heen.
Het is precies daar op dat punt dat de Geest ons wil helpen. (En hier keren we even terug naar Pinksteren).
OMVORMENDE KRACHT
Soms is zijn tussenkomst die van een storm die alles in vuur en vlam zet en ons totaal omvormt. Het was de Geest die van stamelende Petrus een vurige redenaar maakte en van de kerkvervolger Paulus een apostel die het halve Romeinse rijk bekeerde. De Geest die de bijna blinde en stervende Franciscus het juichende Zonnelied ingaf en die van de oerconservatieve bisschop Romero een vechter voor de allerarmsten maakte.
Soms werkt de Geest inderdaad als een storm en een vuur dat alles omverblaast en mensen totaal vernieuwt. Soms echter lijkt Hij meer op het suizen van een bries, het fluisteren van een avondlijk woud. Maar zijn omvormende kracht blijft dezelfde. Misschien brengt Hij ons zover dat we terug goeiendag zeggen tegen iemand die we jaren voorbij liepen of een vriendelijk woordje vinden voor wie we vroeger niet eens zagen staan.
Het lijkt niet veel, het lijkt bijna niets. Maar zo werkt Hij soms dus ook.
Misschien merken we het niet eens. Maar Hij verandert ons grondiger dan we voor mogelijk houden. Soms vermag de stille bries nog meer dan storm en vuur.
Maar we moeten de Geest wel toelaten om ons “in-en-uit te gaan”.
God dwingt nooit. Wij zijn vrij.
Maar Hij wil ons in ieder geval helpen om een zinvol leven te leiden.
En Hij helpt echt. Maar je moet het uitdrukkelijk vragen.
Pinksterenma 31 juli '23
Zondag 28 mei 2023, Pinksteren (jaar A)
Een ketterij, zei Chesterton, dat is een waarheid die op hol geslagen is.
Het pelagianisme is een schoolvoorbeeld van zo’n waarheid, zo’n juist inzicht dat, te strak doorgetrokken, helemaal van de weg afrolt en in onwaarheid en begoocheling terecht komt.
Pelagius was van oordeel dat de mens op eigen natuurlijke kracht zijn bestemming, zijn heil, zijn verlossing kon bereiken.
In het grote dispuut dat daarop volgde, moest hij, zo’n goede 1600 jaar geleden, het afleggen tegen Augustinus die in dit proces de werking van Gods geest in de mens, de voornaamste rol toekende.
Maar op dit ogenblik, in onze tijd, is Pelagius weer helemaal in en “hot”, zonder dat zijn naam nog uitdrukkelijk vernoemd wordt.
Want de hedendaagse mens is als geen andere ervan overtuigd dat uiteindelijk hijzelf en niemand anders de bewerker is van zijn eigen heil.
Hij kan daarbij wel hulp zoeken en die ook vinden in studie en opleidingen, en in goede raad van vrienden, maar uiteindelijk is hijzelf de bewerker van zijn eigen heil. Denkt hij.
Maar dat is gewoon niet waar. Je eigen inzichten en de raad die je vindt in boeken en bij vrienden kunnen je wel helpen bij het uitbouwen van een carrière, het sleutelen aan je sociale status of aan je inkomen.
En het kan je zelfs helpen aan een zeker welbehagen, fysiek en emotioneel.
En dat is erg belangrijk natuurlijk.
Maar als het gaat om het ontbolsteren en openbloeien van je bestaan en het vinden van bevrijding en levensvervulling dan is heel die idee van zelfrealisatie, de gedachte dat ik het allemaal zelf in handen heb, alles zelf kan realiseren, de meest dwaze idee van deze tijd.
Omdat je dan in geen enkele mate rekening houdt met de diepste kracht die in ons leeft en die toch niet helemaal van onszelf is: de Geest van God.
De Geest die, naar het woord van de Schrift, “in ons leeft en ademhaalt, die ons bewoont”. De Geest die ons voortdurend lokken wil om te worden wie we zouden kunnen zijn, wie we zouden moeten zijn om onze bestemming te bereiken. En om, in plaats van ons leven te verdoen met “prullen”, uit te groeien tot een echte mens, bekwaam om lief te hebben en om precies daarin gelukkig te worden.
Als God bestaat en als Hij liefde is, wat christenen geloven, dat kan alleen maar het uitgroeien tot liefdevolle mensen onze bestemming zijn en volheid en heelheid en vervulling aan ons leven geven.
Maar je kan dat ook minder theoretisch bekijken.
Wanneer zijn wij mensen echt gelukkig? En dan heb ik het over echt gelukkig zijn, niet over: wanneer vinden we iets plezant of aangenaam of leuk (veel geld hebben bijvoorbeeld, wat inderdaad heel leuk is). Maar dan heb ik het over: wanneer zijn we echt gelukkig, zijn we blij en content met ons leven?
Toch alleen maar als we beminnen, en ons bemind weten. Door onze ouders, onze partner, onze kinderen, de mensen om ons heen.
Het is precies daar op dat punt dat de Geest ons wil helpen.
Soms is zijn tussenkomst die van een storm die alles in vuur en vlam zet en ons totaal omvormt. Het was de Geest die van stamelende Petrus een vurige redenaar maakte en van de kerkvervolger Paulus een apostel die het halve Romeinse rijk bekeerde. De Geest die de bijna blinde en stervende Franciscus het juichende Zonnelied ingaf en die van de oerconservatieve bisschop Romero een vechter voor de allerarmsten maakte.
Soms werkt de Geest inderdaad als een storm en een vuur dat alles omverblaast en mensen totaal vernieuwt. Soms echter lijkt Hij meer op het suizen van een bries, het fluisteren van een avondlijk woud. Maar zijn omvormende kracht blijft dezelfde. Misschien brengt Hij ons zover dat we ineens terug goeiendag zeggen tegen iemand die we jaren voorbij liepen of een vriendelijk woordje vinden voor wie we vroeger niet eens zagen staan.
Het lijkt niet veel, het lijkt helemaal niets. Maar zo werkt Hij soms ook.
We merken het niet eens. Maar Hij verandert ons grondiger dan we voor mogelijk houden. Soms vermag de stille bries nog meer dan storm en vuur.
Maar we moeten de Geest wel toelaten om “in-en-uit te gaan”.
God dwingt nooit. Wij zijn vrij.